OM eist geldboetes tegen EPZ en Sagro voor ongevallen in kolencentrale waarbij Vlissinger (52) stierf

Het Openbaar Ministerie vindt dat EPZ en Sagro niet genoeg deden om de levens en gezondheid van het personeel te beschermen. Tegen EPZ werd een geldboete van 225.000 euro geëist, waarvan 125.000 euro voor het dodelijke ongeval en voor twee andere bedrijfsongevallen 50.000 euro per incident. Tegen onderaannemer Sagro werd een geldboete van 75.000 euro geëist. Verder hoorden twee managers van EPZ elk 25.000 euro geldboete tegen zich eisen voor nalatigheid.

Op 20 november 2015 overleed een 52-jarige werknemer van onderaannemer Sagro. De Vlissinger viel tijdens onderhoudswerk in de kolentrechter van een transportband. Vermoedelijk wilde hij verstoppingen ongedaan maken. Een woordvoerder van Sagro liet tijdens de zitting weten dat de man in de trechter werd aangetroffen toen hij niet op de portofoon reageerde. 

De echtgenote van de overleden werknemer van Sagro zat huilend op de publieke tribune. Ze zegt dat haar leven is ingestort sinds de dood van haar man. “Ik ben niet alleen mijn man, maar ook mijn maatje kwijt.” Ook steekt het haar dat ‘Sagro’ nooit excuses heeft gemaakt. Haar advocate las een slachtofferverklaring voor. Ook namens de kinderen werd een emotionele verklaring voorgelezen. De weduwe vordert een schadevergoeding van 567.000 euro.

EPZ had het bijdoseren van reststromen in de kolencentrale uitbesteed aan Sagro. Managers van EPZ verklaarden dat de veiligheid van werknemers van Sagro een zaak is van de onderaannemer. Ook al gebeurt het op EPZ-terrein. Daarbij zeggen ze geen verstand te hebben van het materieel dat Sagro gebruikt en dus ook geen toezicht hadden kunnen houden. 

Sagro, op zijn beurt, lijkt de verantwoordelijkheid volledig bij de overleden werknemer te leggen. Sagro is van mening dat een medewerker volgens de veiligheidsinstructies nooit in de trechter mag klimmen, ook niet als de reststromen van kolen onderin aanpappen en de trechter dichtslibt. 

Het Openbaar Ministerie beschouwt naast Sagro als feitelijk werkgever, óók EPZ als werkgever van de overleden medewerker. De man kreeg namelijk ook deels opdrachten van het EPZ-personeel. “EPZ verschuilt zich achter het feit dat ze geen werkgever is van dodelijk slachtoffer. Formeel en moreel is dat ze wel”, aldus het OM. “Sagro en EPZ hebben onvoldoende gedaan om veiligheid van werknemers te borgen.”

Het dodelijk ongeluk stond niet op zich. In september 2015 liepen een EPZ-medewerker en inleenkracht zware brandwonden op bij stofexplosies tijdens de ontmanteling van een explosieonderdrukkingssysteem. Een derde medewerker raakte licht gewond. Dat ongeluk werd in juli nog voorafgegaan door een ander bedrijfsongeval. Een medewerker kreeg gloeiendhete asdeeltjes over zich heen tijdens werkzaamheden aan een verstopt rooster.

Twee EPZ-managers stonden dinsdag terecht wegens vermeende nalatigheid voor die twee incidenten. Vooral bij die stofexplosie lijkt EPZ juridisch kwetsbaar. Er was al een incident in 2012, maar EPZ nam geen maatregelen en kon dinsdag voor de rechtbank ook niet verklaren waarom niet. In 2015 ging het toch mis. Volgens het OM heeft EPZ het gevaar van een stofexplosie in de biomassaopslag onvoldoende onderkend.

Ook bij de asdeeltjes zegt de Officier van Justitie dat de medewerker weliswaar heeft gehandeld tegen veiligheidsregels, maar dat EPZ wel technische maatregelen had kunnen nemen om afsluiters makkelijker te laten openen en sluiten. Dan was dit ongeval mogelijk niet gebeurd.

De rechtbank doet waarschijnlijk vrijdag uitspraak.