Thuiswerken

Een verhaal uit de tijd dat thuiswerken nog omstreden was.

De directeur was van mening dat hij alleen het recht had op thuiswerken. Zijn ondergeschikten zouden, zo redeneerde hij, als ze thuis zouden zitten onmiddellijk de kantjes eraf lopen. Er zou niet veel uit hun vingers komen. Soms, vooral in de zomer, ging hij echter zelf thuiswerken. Hij zag thuiswerken als een privilege dat hij alleen zichzelf mondjesmaat toekende. Tegen de telefoniste zei hij dan: ,,Ik ga thuiswerken en ik wens niet gestoord te worden. Noteer het nummer en zeg maar dat ik terugbel, ja?” En tegen de typekamer zei hij: ,,Flink doorwerken, ja? Tegen het eind van de middag kom ik misschien terug. Als ik tenminste mijn werk af heb. Ik ga het jaarverslag nakijken.”

Zijn ondergeschikten hadden het jaarverslag in de verleden tijd geschreven en nu wilde hij het geheel omzetten in de tegenwoordige tijd. Mocht daardoor het verslag eigenaardig klinken, kon hij het altijd nog een keertje terugbrengen in de verleden tijd.

Het was warm weer en dus ging hij naar het strand. Daar viel hij in slaap en hij viel meteen op omdat hij zo wit was en hij werd alom herkend. Toen hij de volgende dag op kantoor kwam, werd er gegniffeld. Hij had een rode kop gekregen.

Een tijdje later ging hij weer thuiswerken. Enkele ondergeschikten wisten dat hij bedoelde dat hij een en ander in zijn tuin ging doen. Ze hadden, langs zijn huis komend, gezien dat hij nogal wat potten met hortensia’s had aangeschaft en die wilde hij mooi kleur bij kleur op een rij in zijn tuin zetten. Hij had er bijna de hele middag voor nodig. Daarna zuchtte hij en hij keek nog eens en gaf zijn hydrangea quercifolia nog een extra scheutje water. Hij was tevreden en hij ging naar kantoor om te zien hoe iedereen gewerkt had en controleerde enkele prullenmanden van ondergeschikten. Hij las nog enkele brieven die zijn ondergeschikten hadden geschreven een paar maal door en controleerde ze op spelfouten voordat hij een handtekening zette. Hij liet de typistes wachten totdat alles klaar was. Daarna kon hij naar huis.

Thuisgekomen zag hij meteen dat de hortensia’s die hij zo zorgvuldig geplant had uit de grond waren gehaald en terug in hun potten waren gezet. Hij had wel een vermoeden welke onverlaten dit gedaan hadden. Er zat echter niets anders op dan een tijdje niet thuis te werken. En zo kwam hij tot de slotsom dat thuiswerken contraproductief was en in feite absoluut afkeurenswaardig.