Meester De S.
Column Willem van DamZo heel vaak kom ik niet meer in de stad waar ik werd geboren en opgroeide. Maar áls ik er ben, kan ik de verleiding niet weerstaan om even langs mijn lagere schooltje van toen te rijden. Een monumentaal gebouw is het, bijna honderdvijftig jaar oud. Het ademt grandeur; hoge vensters met getoogde omlijstingen, schijnbalustrades en een boogvormig fronton boven de ingang.
Delen per e-mail
Elke keer als ik er langs ga, moet ik terugdenken aan meneer Kooiman, het vroeg kalende Hoofd der School, aan de aardige mevrouw De Zwart, de strenge juf Van Ingen. En aan meester De S. (uit piëteitsoverwegingen volsta ik met vermelding van diens initiaal) die de bijnaam ‘Peukie’ met zich meedroeg, omdat hij altijd met zijn wijsvinger in zijn neus boorde, de grauwgrijze oogst tot een balletje kneedde en dat vervolgens de klas in schoot. Nare man, die meester De S; hij gaf mij een 2 voor rekenen op mijn rapport.
Dat jochie met dat eigenwijze brilletje op de neus ben ik
In een doos bewaar ik nog altijd een klassenfoto uit die tijd. Dat jochie met dat eigenwijze brilletje op de neus op de eerste rij links ben ik. Even verderop zit mijn vriendje Kees, met wie ik veel voetbalde en op wie ik stiekem een beetje jaloers was omdat hij vaak pindakaas op zijn brood had en ik me meestal tevreden moest stellen met een boterham spekvet. Weer een paar stoeltjes verder zit Bulbs. Hoe hij echt heette, weet ik niet meer, maar iedereen noemde hem Bulbs. Dat kwam – zijn vader zat in de bloembollenhandel en in een poging zijn nering enige internationale allure te geven had hij met grote letters Bulbs op zijn etalageruit geschilderd. Vandaar.
Deze week las ik dat een projectontwikkelaar een begerig oog heeft laten vallen op mijn lagere schooltje van toen. Hij wil er een viersterrenhotel van maken met honderd kamers. Als dat er ooit van komt, ga ik er beslist een keer slapen. Ben alleen bang, dat ik dan van meester De S. ga dromen.
Verder in het nieuws
-
PREMIUM
Column Willem van Dam Dodo
Wie is er bang voor de boze Bor? Bor, u weet wel, die immer verongelijkte wolf uit de Fabeltjeskrant. Sinds de Fabeltjeskrant werd opgedoekt, het Grote Dierenbos werd omgezaagd en Meneer de Uil zelf voorgoed zijn oogjes toe en snaveltje dicht deed, is Bor de Wolf dolende. -
PREMIUM
Column Willem van Dam Mening
Altijd gedacht dat mijn mening er weinig toe doet. En toch: ik kan tegenwoordig mijn kont niet keren of ik word verzocht mijn mening te geven over ’t een of ’t ander. Heb ik een nachtje in een hotel geslapen, plop, de volgende dag al ploft er een e-mailtje in mijn brievenbus. Afzender: de hotelmeneer of –mevrouw. -
PREMIUM
COLUMN WILLEM VAN DAM Gelul
,,Wist jij’’, vroeg ik mevrouw Van Dam, ,,dat vrouwen per dag 30.000 woorden gebruiken en mannen slechts 15.000?’’ Ze keek me ongelovig aan: ,,Hoe kom je dáár bij?’’ ,,Nou, ik lees net op internet dat onderzoek dat heeft uitgewezen’’, zei ik. ,,Geloof ik niks van’’, snoof ze licht verontwaardigd. ,,Wedden?’’ riep ik overmoedig en ik googelde: ‘Praten vrouwen meer dan mannen?’ -
PREMIUM
COLUMN WILLEM VAN DAM Toveren
Een wonder! Ik ruim de tafel af, loop met een stapel vuile borden in mijn handen naar de keuken, roep: ‘Doe licht aan’ en floep, daar zij licht. Kan ik toveren? Een beetje, ja. -
PREMIUM
Ouwe lul
De dag na de nacht ervoor. Ik sta voor het raam, staar de polder in en denk: wat is mijn goede voornemen voor dit jaar? Ik krab mijn kruin, ik zie in de verte een haas huppelen dat aan de kerstjager is ontkomen.
-
PREMIUM
column Willem van Dam Circus
Het circus is in de stad, zullen we...? En zo stapten we met de hele kudde kleinkinderen (variërend van peuter tot puber) de rood en geel gekleurde tent van het Circus Barani binnen. -
PREMIUM
Column Willem van Dam Ster
Ik kookte een eitje en dacht aan al die nagelbijtende chef-koks. Zouden ze een ster krijgen, zouden ze een tweede of wellicht zelfs een derde krijgen, of zouden ze uit de eredivisie van het vaderlandse kookwezen tuimelen en hun Michelinster kwijtraken? -
PREMIUM
COLUMN WILLEM VAN DAM Vrede
Er zijn weinig dingen waar ik een hekel aan heb. Andijviestamppot met spekjes, ja, dáár heb ik een hekel aan. Katten die mijn tuin vol kakken, gaten in mijn sokken, een scheefhangend schilderij, mevrouwen die ‘gezellie’ zeggen – ik heb er een broertje dood aan.