Boekje over oorlogsjaren dochter Koudekerkse kruidenier

Bep Mandemaker (88), Betje Filius in haar jeugd, was het zevende van tien kinderen van het kruideniersechtpaar Lou en Anna Filius. In de aantekeningen voor haar dochter beschrijft Bep met de kinderogen van 75 jaar geleden de oorlogsjaren in Koudekerke. Eerst nog kinderlijk naïef (en daardoor 'vaak grappig', stelt nicht Nynke), maar haar onschuld verliezend na het zien van een  stroom voor het oorlogsgeweld vluchtende mensen uit Vlissingen.

Betje beschrijft de Duitsers die in vaders winkel tandpasta en koek kopen en vijandige officieren, die ingekwartierd zijn bij een vriendinnetje. Het is een 'ontwapenend verhaal over het leven van eenvoudige, gereformeerde mensen op Walcheren', waaraan Feenstra hoofdstukken toevoegt met achtergrondinformatie over het dorp Koudekerke in de oorlog.