Super-de-luxe Boijmans voorlopig van de baan, gemeente presenteert afgeslankte plannen

Een super-de-luxe museum Boijmans van Beuningen is dus van de baan. Momenteel is het museum gesloten vanwege een basisrenovatie die 171 miljoen euro kost. Maar Boijmans en de gemeente wilden graag van de gelegenheid gebruikmaken om een nieuw topmuseum neer te zetten. Een museum dat niet 300.000, maar 500.000 bezoekers per jaar trekt.

Het ontwerp van architect Francine Houben kost 259 miljoen euro, geld dat door externe partijen bijeengebracht zou moeten worden. Dit liep mis. Ondanks een zoektocht van twee jaar was er nog altijd een tekort van 75 miljoen euro.

De gemeente presenteert nu dit plan in afgeslankte vorm, wat nog steeds 223 miljoen euro kost. Zo wordt de entree verruimd en de toegankelijkheid in het museum verbeterd. Ook komt aan de achterkant een ‘volwaardig logistiek centrum’, onder meer voor het transport van kunst. Ook blijven de controversiële plannen bestaan om de glazen zijvleugel uit 2003 te slopen. De Belgische architecten van die vleugel hebben aangekondigd hun ontwerp in de rechtszaal te verdedigen.

Maar het voorstel voor een paviljoen voor moderne kunst en een doorgang naar de Westersingel, is voorlopig van de baan. Het lukte niet om tot overeenstemming te komen met de Rotterdamse zakenman Michel Perridon, eigenaar van de grond.

Cultuurwethouder Said Kasmi (D66) laat weten dat dit later alsnog mogelijk is. Hij noemt het aangepast plan ‘een enorme sprong voorwaarts op weg naar de volledige ambitie’.

Nu is dus nog 44 miljoen euro extra nodig. Het college van b en w gaat de gemeenteraad voorstellen om de helft zelf te betalen. De andere helft moet van fondsen komen. Fikse tegenvaller is evenwel dat de filantropische stichting Droom en Daad, al in 2019 liet weten niet te willen meebetalen aan de nieuwbouwplannen.

Volgens kenners hoort Boijmans momenteel bij de top 50 van de wereld. In totaal bezit het museum ongeveer 150.000 objecten, met een geschatte waarde van zo’n 8 miljard euro. Absolute topstukken zijn de Toren van Babel van Pieter Bruegel, de Marskramer van Jheronimus Bosch en het portret van Titus, de zoon van Rembrandt van Rijn. Het is de gemeente Rotterdam als eigenaar die hiervoor verantwoordelijk is.