Fotograaf Paul Martens legt Rotterdam vast vanuit de lucht: ‘Voor de mensen die gek zijn op deze stad’

Wat heb je nodig als luchtfotograaf? Een vliegtuig, een camera én een sterke maag. Want vliegen in een Cessna is wat anders dan vliegen in een Boeing, legt Martens (65) uit. ,,Wij, de piloot en ik, vliegen heel onorthodox om het juiste perspectief te krijgen. De piloot is eigenlijk het statief onder mijn camera. We zijn constant aan het zoeken naar de juiste hoek. Dat betekent draaien, stijgen, dalen, versnellen, afremmen... Heel intensief. Soms willen opdrachtgevers meevliegen, maar dat doen we niet. Als je dit niet gewend bent, word je hartstikke misselijk. Ik heb weleens met een piloot gevlogen die onderweg zelf twee keer over zijn nek ging.’’