Kamerleden boos over brief Belastingdienst midden in zomervakantie

Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA) en Renske Leijten (SP) trokken eerder vandaag aan de bel. Zij zijn boos dat de Belastingdienst midden in de zomervakantie aan ouders een brief heeft gestuurd over de vaststelling van de kinderopvangtoeslag over 2019. Zij hadden twee weken tijd om bewijzen in te sturen, zo stond daarin te lezen.

In de zomervakantie is dat een ‘belachelijk korte termijn, aldus Omtzigt, die opheldering heeft gevraagd aan staatssecretaris van Financiën Alexandra van Huffelen. Leijten valt haar CDA-collega bij. Zij noemt het handelen van de Belastingdienst ‘waardeloos’.

Een woordvoerster van Van Huffelen laat weten dat de officiële reactietermijn weliswaar twee weken is, maar dat ouders in de praktijk langer de tijd hebben om bewijzen in te sturen als ze het oneens zijn met de beschikking. Bovendien krijgt iemand die niet heeft gereageerd altijd eerst nog een herinneringsbrief - een zogeheten rappel – waarna de toeslagontvanger nog eens twee weken de tijd heeft om eventuele ontbrekende bewijsstukken op de post te doen. ,,Van de eerste brief tot het rappel gaat het om een traject van zes tot acht weken”, stelt zij.

Volgens de woordvoerster komt het alleen ‘in het uiterste geval’ voor dat de kinderopvangtoeslag die in 2019 is verstrekt een jaar later volledig moet worden terug betaald. Dit is bijvoorbeeld het geval als de Belastingdienst over geen enkele gegevens beschikt. Vaker is het zo dat slechts een gedeelte moet worden terugbetaald, omdat het inkomen in 2019 bijvoorbeeld hoger uitkwam dan de toeslagontvanger eerder nog dacht.

Dat de fiscus pas in juli 2020 een brief stuurt over het recht op kinderopvangtoeslag in 2019 is volgens de Belastingdienst ongebruikelijk. Normaal liggen de brieven ‘waar mogelijk voor de zomervakantie op de mat’. Dat het dit jaar anders liep heeft volgens de zegsvrouw te maken met de coronacrisis. Veel kinderopvangcentra zaten een aantal weken dicht. Processen zouden daardoor vertraging hebben opgelopen.

Omtzigt is blij dat de reactietijd van twee weken niet zo streng is als ouders in de brief lazen. ,,Goed dat ze extra tijd krijgen”, stelt hij. De CDA’er is echter nog niet tevreden. ,,Ik verwacht wel een officieel kamerstuk met hoeveel extra tijd, zodat ouders er rechten aan kunnen ontlenen.”