Welpen van Oranje voor het eerst leper dan die van Spanje

Maup Martens zag in zijn ­leven al gigantisch veel jeugdwedstrijden. En zelfs hij, de 69-jarige senior-scout van Feyenoord, knikte deze week in het stadionnetje van Burton Albion goedkeurend. Het Nederlands elftal onder 17 jaar won bij het EK van Spanje (2-0). Iedereen op de tribune sprak in termen van ‘volwassen gespeeld’ en ‘een echte teamprestatie’.

Spanje heeft altijd goede jeugdselecties. Vorig jaar in Kroatië zag ik een team onder 17 waarin zeker vijf, zes spelers al kant-en-klaar waren voor profvoetbal. Maar nu liep de beste aanvaller op het veld bij Oranje, in de persoon van centrumspits Daishawn Redan. De compleetste middenvelder ook, met Wouter Burger, een jongen die het pezige lijf en de lengte van Thomas Müller combineert met het gif van Gennaro Gattuso. Toen de Spanjaarden gaandeweg gingen provoceren, deed Burger (Feyenoord) het nog net iets leper. Hij naaide de meest vervelende tegenstander gewoon zélf een kaart aan.

Op doel stond bij Oranje een rustige keeper (Joey Koorevaar, ook Feyenoord) en, typisch Nederlands, een pas 15-jarige aanvallende middenvelder (Ryan Gravenberch, Ajax) maakte het tweede doelpunt. En dan had bondscoach Kees van Wonderen zijn team ook nog op zes posities gewijzigd ten opzichte van de openingswedstrijd. Daarin veegde het jeugdige Oranje Duitsland van het veld. Met 3-0, maar 6-0 had ook gekund.