Hete luchtballon
column marleen blommaertHoewel het uitzonderlijke warme dagen zijn voor de tijd van het jaar, worden we ook al getrakteerd op handschoenochtenden. De kou verdrijft in hoog tempo mijn slaperigheid ’s ochtends. Kleine speldenprikken in mijn gezicht verraden dat de temperatuur zich rond het vriespunt bevindt. Als het landschap dan ook nog in een mager zonnetje wordt gezet, loop ik met een glimlach door de polder. De berm is wit uitgeslagen van de kou. De honden lopen al spelend door het bevroren gras. De kou deert hen niet. Zolang ze mee mogen, vinden ze alles best. In de berm staan groepjes bruine paddenstoelen, dicht op elkaar alsof ze elkaars warmte zoeken. Geen idee hoe ze heten, maar paddenstoelen geven mij altijd het gevoel dat er iets wonderlijks gaande is diep in de bodem. Het merendeel van de schimmels zit daar veilig opgeborgen. Het is slechts het vruchtlichaam dat zich in de herfst met al zijn pracht aan ons toont.
Delen per e-mail
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMColumn Marleen Blommaert
Was het vroeger anders?
“Was het vroeger anders?” vraagt mijn nichtje met de hoop in haar stem dat ik nee ga antwoorden. Zo’n vraag krijg je pas als je deze tijd met een andere kunt vergelijken. Ik word oud. Ze zit samen met mijn jongste dochter aan de eettafel en samen bespreken ze hun zorgen over deze tijd. Ze hebben het over hoe we met onze medemensen, de dieren en de natuur omgaan. Ik kan hen deels geruststellen. De jaren zeventig en tachtig waren ook een zootje. Terrorisme in veel Europese landen, apartheid in Zuid-Afrika, militaire dictaturen in Zuid-Amerika, de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en Rusland. Geen vissen meer in onze rivieren en zure regen daalde neer op onze bossen. Om maar wat te noemen. Hooguit was de muziek wat beter dan nu. -
PREMIUMcolumn marleen blommaert
Dag 1
Eerste dag vakantie. Leuk hoor, dat oude nieuwe werken thuis, maar ik ben voorlopig wel even uitgeskypet, uitgezoomd en uitgewhatsappt. ‘Marleen, je microfoon staat niet aan! Marleen, je bent zo donker? Waar is Henk? Henk is er weer tussenuit gevallen.’ Na vier maanden dit soort dingen gehoord te hebben, is daar toch eindelijk mijn vakantie. Vanaf zaterdag vooral offline contact met dierbaren in plaats van via bewegende beelden of een matige telefoonverbinding. Dat contact natuurlijk wel op gepaste afstand. -
PREMIUMColumn Marleen Blommaert
Zowel koningen als gewone stervelingen hebben soms moeite om te zien dat die regels ook voor hen gelden
Ik zei het afgelopen week in alle oprechtheid nog tegen een collega. “Ik zou er wel eens uit willen, het is jaren geleden dat ik op vakantie ging”. Af en toe komen herinneringen op mijn telefoon langs en zie ik Griekse stranden of markten in Venetië. Ze herinneren me aan een zorgeloze tijd, waarin je zomaar op een vliegtuig kon stappen om je vervolgens onder te dompelen in anders: andere zon, andere wind, ander water, ander eten. Om vervolgens verder te gaan met de opmerking, “maar een vliegtuig nemen lijkt me nu niet zo verstandig en lange stukken in de auto eigenlijk ook niet”. -
PREMIUMCOLUMN MARLEEN BLOMMAERT
In een omgeving tussen natuur en akkers is het alsof alles zijn normale gangetje gaat
In de vroege ochtend hang ik de klamme was op de draad. Mijn handen verkleumen langzaam. De wind bolt de witte lakens en snijdt door mijn te optimistisch gekozen voorjaarstrui. Ik ril. Een winddichte jas was meer op zijn plaats geweest. De zon is hier pas over een uurtje. Wanneer het lukt om een plekje zonder wind te vinden, is ‘ie al in staat om weldadig te warmen: echt terrasweer. Maar de terrassen zijn leeg, de stoelen gestapeld als wachters voor de deur. Dit keer niet wachtend op de zon, maar op het loslaten van de regels rond de afstand die we tot elkaar moeten bewaren. De meeste horeca-eigenaren zien de toekomst onzeker en met vrees tegemoet. Wie dit uit wil zingen, moet diepe zakken hebben. Ik prijs me gelukkig met een inkomen dat niet meteen is weggevallen. -
PREMIUMcolumn marleen blommaert
De kunst van het ongelukkig zijn
Het is in de vroege avond en ik zit op de bank bij de psychiater. Een lauw kopje thee staat naast me op een tafeltje. De computer op het bureau zoemt zachtjes, ernaast ligt een vers notitieblok en een dikke zwarte pen. De pen ligt ongetwijfeld prettig in de hand als tegenwicht voor al het leed dat ermee opgetekend wordt. De psychiater wordt aangekondigd door een jongeman die me indringend aankijkt. En even later verschijnt de psychiater. Zijn haren nonchalant en van zo’n lengte dat het duidelijk maakt dat hij een autonome denker is, maar net niet zó lang dat iemand zou denken dat hij geen geld voor de kapper heeft. Dirk de Wachter, de bekende Vlaamse psychiater, steekt van wal. Achter hem een wand vol boeken die zijn wijsheid of in elk geval zijn belezenheid moeten onderstrepen.
-
PREMIUM
Warme herinnering
Ik herinner me dat ik een tijdje terug zei naar sneeuw te verlangen. Niet direct op mijn wenken bediend, maar toch, mijn wens is gisteren ruim in vervulling gegaan. Inmiddels is er een centimeter of vijf gevallen en het houten tuinmeubilair wordt keurig afgedekt met een glooiend sneeuwdekje. De sneeuw maakt zachte lijnen. Helaas is het gewicht van al die zachtheid toch te zwaar voor de rozemarijn. Hij laat vermoeid zijn takken hangen. De specht met zijn nagels geklemd in het net pinda’s, wordt door de wind veranderd in een bezoeker van een winterse draaimolen. Mutsen komen de hele dag in tweetallen voorbij gehupst. En een enkele stoere sporter komt zelfs rennend langs. -
PREMIUMColumn Marleen Blommaert
Ja mam, jij met je ‘even’
Mijn kinderen hebben al vaker hartelijk gelachen als ik ze vraag om ‘even’ iets te doen. Dat ‘even’ is namelijk nooit even, want óf de klus duurt een halve dag óf de klus wordt gevolgd door vele andere klusjes. Ja mam, jij met je ‘even’! -
PREMIUMcolumn marleen blommaert
Een lichte vorm van doofheid is balsem voor de oren
Ik word wat dovig, vrees ik. Steeds vaker moet ik mensen vragen om hun zin te herhalen. Het is een familiekwaal. Net zoals het een familiekwaal is om te ontkennen dat we doof worden. Het leidde vaak tot hilarische taferelen, spraakverwarringen tussen mij en mijn broers tijdens een feestje en de respectievelijke partners die dan smalend opmerkten dat we gelukkig niet doof en ook niet eigenwijs waren.