PREMIUM
Tuur
column jan vantoortelboomTuur woont in Ossenisse, een steenworp bij me vandaan. Hij heeft in Terneuzen een garage met belendende scooterzaak en al een jaar of vijftien repareert hij mijn auto. Zelden heb ik een mens met meer plezier in zijn werk ontmoet. Hij is eind zestig en het is zijn lust en zijn leven, antwoordt hij als ik vraag wanneer hij met pensioen gaat. Zijn handen doen mij aan die van mijn vader denken, die werkte ook in een garage: eeltige huid, altijd zwart van het smeer en de olie, niet schoon te krijgen, zelfs niet met korrelig waspoeder dat bij ons thuis in een bokaal naast de warmwaterkraan stond. Harde handen van een zachtaardige man.
Delen per e-mail
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Mens en dier zijn gemaakt om adem te halen
Ik ben gek op vogels. Verspreid over mijn erf hangen er nestkastjes en ze worden drukbezocht. Vooral door mezen. Maar dit jaar zie ik ook vaak merels onder de struiken, roodborstjes en zelfs een specht, want de wilg aan de slootkant heeft een verdacht vers rond gaatje. -
PREMIUMColumn Jan Vantoortelboom
Met een XL spuitbus ga ik op jacht
Het beest dat mij het meest de keel uithangt is terug: de mug. Geen enkel ander dier kan me zo tot waanzin drijven (behalve misschien zo’n grote strontvlieg die me snorrend om de oren vliegt en die tegen de wetten van de zwaartekracht in mijn witgeverfde plafond onder de zwarte stippen schijt.) Maar wederom, zoals elke zomer, ben ik tot de tanden toe gewapend: een XL spuitbus, twee toestellen met een gifreservoir voor in het stopcontact (mocht er eentje leegraken), en een onverwoestbare mepper. Als ik in mijn bed lig en ze aan de rafelranden van mijn slaperige bewustzijn al in de verte hoor zoemen, knip ik terstond alle lichten aan, spring ik met mijn zintuigen op scherp het bed uit en ga met een monomaniakale concentratie op jacht. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Een deinende lusthof vol naakte, exotische vrouwenlichamen
Iedere mens droomt elke nacht, zegt men. Alleen herinneren velen van ons zich bij het ontwaken niets meer. Dat is bij mij meestal het geval, behalve vorige week. Die droom staat me nog levendig voor de geest. Het had misschien ook te maken met een slechte pint die ik de avond ervoor had gedronken, een Nederlands prutbiertje. -
PREMIUMColumn Jan Vantoortelboom
Als ik vroeg zou komen te sterven, wilde ik ze een stem vanuit het graf geven
Vroeger had ik op mijn kamer een instabiel vurenhouten rekje vol boeken. Het stond tegen de wand en ik kende alle titels van buiten. Nu heb ik twee prachtige stalen boekenrekken voor honderden boeken, met zo weinig mogelijk verloren ruimte, want de stalen platen zijn gemaakt op de doorsnee romanafmetingen. Als de boeken echt groot zijn, kan ik ze nog horizontaal op elkaar leggen. De rekken zijn gemaakt door mijn schoonvader, een man met gouden handen. En het mooiste is de buiging erin, alsof de wand rond is. -
PREMIUMcolumn Jan Vantoortelboom
Traditie - dat is groepsdruk door de doden
Mensen die me een beetje kennen weten dat ik het niet zo op jagers heb. In van die matgroene, aftandse Volkswagenbusjes rijden ze traag en spiedend langs de akkers, jachtgeweren en honden tussen de belaarsde benen. Af en toe zit er een vrouw bij die ook van bloed houdt. Wellicht doen ze goed werk, die bejaarde jagers, want oud lijken ze meestal, en houden ze het wildbestand in evenwicht in een complex systeem. Maar het is de puberale gretigheid waarmee ze de trekker overhalen die me stoort, de diep weggestoken bloeddorst die op najaarsdagen met wettelijke goedkeuring de kop opsteekt. Alle hagel los, dan weer naar huis.
-
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Voor de zot (ge)houden
Magneetvissen. Dat is waar mijn jongste twee nu verzot op zijn. En ze zijn er zo verzot op omdat ik het spelletje buiten hun weten om manipuleer. We gaan magneetvissen bij het vissershuisje van een vriend, gelegen aan de grote plas de Vogel in Hengstdijk. Rondom dat vissershuisje blijkt een bodem aan onuitputtelijke schatten te liggen. Telkens als we ernaartoe gaan vindt mijn tweeling er bouten, moeren, schroeven, trampolineveren, ringen, zelfs een stuk ketting. Maar waar ze het meest op kicken, zijn oude munten uit vreemde landen. -
PREMIUMcolumn Jan Vantoortelboom
Timmy de Plofchinees at zich bijna dood
Heimwee is één van de gevoelens die mij dwingt tot het schrijven van romans. Op zich is dat geen aberrant gedrag, spiegel ik mezelf voor. Want mensen kunnen raar gedrag vertonen door heimwee, zoals de Chinese student die in de annalen van mijn geheugen voor eeuwig geboekstaafd staat als De Plofchinees. -
PREMIUM
Nieuwe columnist Jan Vantoortelboom: ‘Ik wil stof tot nadenken geven’
OSSENISSE - De tweede pagina van het zaterdagkatern van deze krant krijgt een nieuw gezicht. Gelauwerd romanschrijver Jan Vantoortelboom zal voortaan elke week de column voor zijn rekening nemen: ,,Ik stap een nieuwe wereld binnen.”