PREMIUM
Toen ik eruit kwam waren mijn zaadballen zoek
column Jan VantoortelboomDeze ochtend komt een beroemde Zeeuwse schrijver op bezoek. Hij heeft net zijn derde roman uit: Het bordeel aan het einde van de straat. Fascinerende titel. Net zoals zijn eerdere steengoede romans, In het museum en Jaren van de Tijger zal ik zijn nieuwste natuurlijk ook lezen.
Delen per e-mail
In een vorig leven was hij werkzaam als onderzoeker en docent aan verschillende Nederlandse universiteiten en ook dat leidde tot publicaties: Prikkeling der Zinnen, bijvoorbeeld, over de stilistische diversiteit van de Middelnederlandse epiek, met soms choquerende zinnelijke beschrijvingen en epische scheldkanonnades tussen ridders, kan ik u wel vertellen.
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Coronapark
Dezer dagen verricht ik maar al te graag handenarbeid. Het bedaart de gedachten over wat er zich op dit moment in de wereld afspeelt. In de tuin bouwen we een schilder- en schrijfatelier met slaapgelegenheid voor wel zes personen. Ik heb plannen om er workshops te organiseren voor aspirant-schrijvers, om er met gelijkgestemden te praten over boeken en literatuur. Maar dat is toekomstmuziek. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Meester Baas was de beste kletser van het dorp
Wat ze hier in Nederland niet kennen is de vrolijke traditie van de nieuwjaarsbrief. Dat was altijd lachen. Vooral voor de nonkels en tantes die aangeschoten, paffend en vol verwachting zaten te wachten. En dat waren er nogal wat: zeven aan mijn vaders kant en zes aan mijn moeders kant. Keer twee, want ze waren allen getrouwd. En elk jaar kwam uit tenminste één van die monden de clichénieuwjaarspoëzieregel: Liefste peter en meter, hoe meer dat u geeft, hoe beter! -
PREMIUMcolumn Jan Vantoortelboom
Hij greep me bij mijn nekvel en slingerde me een aantal West-Vlaamse verwijtwoorden naar het hoofd
‘Geachte heer Vantoortelboom, ik zou graag een overeenkomst sluiten met u. Als ik dit semester een voldoende haal voor Engels, dan krijg ik van u een gesigneerd exemplaar van uw roman His Name Is David. En natuurlijk ben ik bereid ervoor te betalen. Bovendien vind ik uw columns in de PZC uitermate interessant! Ik had al een vermoeden dat u meer was dan een leraar! Dit is fantastisch.’ -
PREMIUMColumn Jan Vantoortelboom
Met een XL spuitbus ga ik op jacht
Het beest dat mij het meest de keel uithangt is terug: de mug. Geen enkel ander dier kan me zo tot waanzin drijven (behalve misschien zo’n grote strontvlieg die me snorrend om de oren vliegt en die tegen de wetten van de zwaartekracht in mijn witgeverfde plafond onder de zwarte stippen schijt.) Maar wederom, zoals elke zomer, ben ik tot de tanden toe gewapend: een XL spuitbus, twee toestellen met een gifreservoir voor in het stopcontact (mocht er eentje leegraken), en een onverwoestbare mepper. Als ik in mijn bed lig en ze aan de rafelranden van mijn slaperige bewustzijn al in de verte hoor zoemen, knip ik terstond alle lichten aan, spring ik met mijn zintuigen op scherp het bed uit en ga met een monomaniakale concentratie op jacht. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Ik stak de loftrompet en ze bloeide open voor mijn ogen
Van de week ging ik weer eens mijn erf af om een reis te maken naar Het Groene Woud, een leslocatie van de Hogeschool Zeeland in Middelburg. Een erg mooie naam, vind ik dat, temeer omdat er een paar bomen in de buurt staan. Op de reis ernaartoe zag ik uit het niets twee gigantische zuilen van zonnestralen het aardoppervlak bereiken, net als de benen van een driehoek waarvan het snijpunt verholen lag in een dik wolkenpak. Maar tussen die benen, precies in het midden, lag een boerderij. De symboliek ervan deed me mijmeren over het leven in die boerderij: tussen licht en geluk in?
-
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Zonder contrast zouden we gek worden
Ik hou van blauw. Van die lange, oneindige lentelucht waarin ik kan blijven kijken en wegdromen en de gedachten onwillekeurig terug gaan naar vervlogen lentes en zomers, van de blauwe schittering van de Middellandse Zee, het blauw dat ik zojuist zag blinken boven de bek van een eend die stil naast me in de diepe sloot op het water dreef, van de blauwe schittering van het dak van een schuur, van het diepe donkere blauw van een plek op het lichaam die herinnert aan verdwenen pijn. Blauw is zacht, blauw is rust, blauw is ruim. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
De lepel
Ik weet dat hij er ligt, tussen al de andere dessertlepels, want ik heb hem er twee jaar geleden zelf neergelegd. Hij is de enige in zijn soort, met een kunstzinnig handvat en hij ligt daar verweesd. Hij is al oud en heeft meer dan veertig jaar de vier monden van het gezin van mijn kindertijd bediend. Het is er niet aan te zien. -
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Zit er geen droltrol in die me naar beneden zal proberen te trekken?
Het geluk zit in een klein hoekje. Het scheelde geen haar of ik was op mijn gezicht gegaan. Een of andere harde klodder modder, gedropt door een of andere tractor van een of andere loonwerker. Omdat ik zat te genieten van het streberige trekwerk van de halve husky die ik bezit en die me tot mijn dankbaarheid de aanschaf van een elektrische fiets doet uitstellen, had ik die klodder niet opgemerkt.