PREMIUM
Online lesgeven maakt sommige leraren weer menselijk
column Jan VantoortelboomIk ken een jongen die dit schooljaar samen met een groep vrienden tegen het ontmoedigingsbeleid van de school in, is overgestapt van 4 vmboT naar 4 havo. Voor het eerst in de schoolcarrière van die jongen, die al vanaf groep 4 gekenmerkt werd door schoolmoeheid, vertelde hij mij over zijn wedervaren tijdens de wiskundeles en met name over de persoonlijke benadering van de wiskundeleraar. Het motto van de leraar was: ‘hoe minder zielen, hoe meer vreugd.’
Delen per e-mail
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
De lepel
Ik weet dat hij er ligt, tussen al de andere dessertlepels, want ik heb hem er twee jaar geleden zelf neergelegd. Hij is de enige in zijn soort, met een kunstzinnig handvat en hij ligt daar verweesd. Hij is al oud en heeft meer dan veertig jaar de vier monden van het gezin van mijn kindertijd bediend. Het is er niet aan te zien. -
PREMIUM
Ik had ze een peut voor hun ponem willen geven
’s Avonds zit er een fazant in mijn notenboom. Nooit eerder had ik een fazant op die plek, zo hoog. En hij maakt kabaal bij zonsondergang. Daar kan ik nog mee leven. Het is niet ’s nachts, of vroeg in de morgen. Vele vogeltjes fluiten mooie en aangename deuntjes zo bij het ochtendgloren, maar niet de fazant en niet de ekster. Dat bekt niet. En als die eksters dan nog eens gaan ruziemaken, dan breekt de pleuris uit. -
PREMIUMColumn Jan Vantoortelboom
Als ik vroeg zou komen te sterven, wilde ik ze een stem vanuit het graf geven
Vroeger had ik op mijn kamer een instabiel vurenhouten rekje vol boeken. Het stond tegen de wand en ik kende alle titels van buiten. Nu heb ik twee prachtige stalen boekenrekken voor honderden boeken, met zo weinig mogelijk verloren ruimte, want de stalen platen zijn gemaakt op de doorsnee romanafmetingen. Als de boeken echt groot zijn, kan ik ze nog horizontaal op elkaar leggen. De rekken zijn gemaakt door mijn schoonvader, een man met gouden handen. En het mooiste is de buiging erin, alsof de wand rond is. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Eerst was er niets en dan was er iets
Vroeger stond hier een lage jaren zestig schuur met een ijzeren poort en een dak van asbestplaten. Een bouwsel van de vorige eigenaar. De betonnen vloer bestond uit verschillende niveaus omdat er varkens, kippen en een paar stieren in werden vetgemest en er geulen nodig waren om de urine en ontlasting op te vangen. Er hingen TL-lampen die na verloop van tijd flikkerden en er de brui aan gaven en niet zelden stapte ik in het halfduister in zo’n verdomde geul of stootte ik mijn hoofd tegen een dwarsbalk vol roestige nagels. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
Meester Baas was de beste kletser van het dorp
Wat ze hier in Nederland niet kennen is de vrolijke traditie van de nieuwjaarsbrief. Dat was altijd lachen. Vooral voor de nonkels en tantes die aangeschoten, paffend en vol verwachting zaten te wachten. En dat waren er nogal wat: zeven aan mijn vaders kant en zes aan mijn moeders kant. Keer twee, want ze waren allen getrouwd. En elk jaar kwam uit tenminste één van die monden de clichénieuwjaarspoëzieregel: Liefste peter en meter, hoe meer dat u geeft, hoe beter!
-
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Coronapark
Dezer dagen verricht ik maar al te graag handenarbeid. Het bedaart de gedachten over wat er zich op dit moment in de wereld afspeelt. In de tuin bouwen we een schilder- en schrijfatelier met slaapgelegenheid voor wel zes personen. Ik heb plannen om er workshops te organiseren voor aspirant-schrijvers, om er met gelijkgestemden te praten over boeken en literatuur. Maar dat is toekomstmuziek. -
PREMIUM
Zonder het ringetje in de uitlaat ging de Starflite 90 per uur
Mijn oudste zoon van 17 heeft een Aerox Yamaha scooter, een Derbi motor, een computer, een Xbox en een iPhone. Zelf had ik op die leeftijd alleen een Starflite GTS 50cc, nota bene gemaakt door Batavus en verkocht in Duitsland in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
In de tweede helft van mijn twintiger jaren bleek ik ook bezig met zingeving
Slechts een handvol weken voordat het coronavirus de media terroriseerde, las ik een artikel in een krant over de wanhopige zoektocht van mensen naar geluk en over psychiaters die heden ten dage supersterren zijn, maar ook overwerkt omdat de mensen er voor elke zucht naartoe sprinten. Woorden zoals piekbeleving en gelukseconomie kleefden aan mijn ogen. In datzelfde artikel hebben een aantal bekende psychiaters het over eenzaamheid bij jongeren door gebrek aan zingeving en dat die zingeving vooral te vinden is in De Ander en dat we dus wat ‘zitvlees’ in relaties moeten kweken en ‘niet bij het eerste zuchtje tegenwind moeten afhaken’.