PREMIUM
De scheldende mens
Vorige woensdag was het warm, zo warm dat ik zat te stomen in mijn auto die ik bij gebrek aan een schaduwrijke plek in de volle zon had geparkeerd. Terwijl ik wachtte tot school uit was, opende ik de autoruit en keek naar het gras aan de overkant van de weg dat begon te verdorren. Ik zat een poos in gedachten verzonken, toen ik drie dikbuikige fietsers in korte, felgekleurde shorts aan zag komen.
Delen per e-mail
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
Column Jan Vantoortelboom
Poëzie. Proza. Porno
Ooit zag ik een zwart T-shirt met grote witte belettering van boven naar beneden: Poëzie. Proza. Porno. Grappig vond ik dat, al stonden de woorden naar mijn overtuigde mening verkeerd gerangschikt: Proza. Poëzie. Porno. Dat moest het zijn. Dat komt omdat ik zelf romancier ben, natuurlijk. Tot op heden heb ik me niet gewaagd aan poëzie. -
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Corona verwart onze paniekreflex
Ik herinner me nog de eerste keer dat ik een indringende combinatie van angst en opwinding voelde. Het was 25 maart 1983. Ik was 7 jaar en slenterde de weg van school terug naar huis en toen ik van achter het milde bochtje, langs de hoge beuken en eiken van het bos, onze straat verder kon inkijken, zag ik dat mijn ouders op de stoep stonden. Ze praatten met de buren. Er stonden nog meer mensen buiten, overal klitten ze samen en waren druk aan het converseren. Ik herinner me de opwinding die ik voelde, mijn hartslag die opeens racete, want zoveel mensen buiten op straat betekende dat er iets gebeurd was, waarschijnlijk iets ergs. Ik weet nog dat ik begon te rennen. Toen ik bij mijn ouders en buren ging staan om mee te luisteren, verviel iedereen tot mijn teleurstelling in betekenisvol stilzwijgen. Het was pas in de beslotenheid van onze keuken, tijdens het avondeten, dat ik hoorde wat er die dag was gebeurd. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
De lepel
Ik weet dat hij er ligt, tussen al de andere dessertlepels, want ik heb hem er twee jaar geleden zelf neergelegd. Hij is de enige in zijn soort, met een kunstzinnig handvat en hij ligt daar verweesd. Hij is al oud en heeft meer dan veertig jaar de vier monden van het gezin van mijn kindertijd bediend. Het is er niet aan te zien. -
PREMIUMcolumn Jan Vantoortelboom
Online lesgeven maakt sommige leraren weer menselijk
Ik ken een jongen die dit schooljaar samen met een groep vrienden tegen het ontmoedigingsbeleid van de school in, is overgestapt van 4 vmboT naar 4 havo. Voor het eerst in de schoolcarrière van die jongen, die al vanaf groep 4 gekenmerkt werd door schoolmoeheid, vertelde hij mij over zijn wedervaren tijdens de wiskundeles en met name over de persoonlijke benadering van de wiskundeleraar. Het motto van de leraar was: ‘hoe minder zielen, hoe meer vreugd.’ -
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Tuur
Tuur woont in Ossenisse, een steenworp bij me vandaan. Hij heeft in Terneuzen een garage met belendende scooterzaak en al een jaar of vijftien repareert hij mijn auto. Zelden heb ik een mens met meer plezier in zijn werk ontmoet. Hij is eind zestig en het is zijn lust en zijn leven, antwoordt hij als ik vraag wanneer hij met pensioen gaat. Zijn handen doen mij aan die van mijn vader denken, die werkte ook in een garage: eeltige huid, altijd zwart van het smeer en de olie, niet schoon te krijgen, zelfs niet met korrelig waspoeder dat bij ons thuis in een bokaal naast de warmwaterkraan stond. Harde handen van een zachtaardige man.
-
PREMIUMColumn Jan Vantoortelboom
Als ik vroeg zou komen te sterven, wilde ik ze een stem vanuit het graf geven
Vroeger had ik op mijn kamer een instabiel vurenhouten rekje vol boeken. Het stond tegen de wand en ik kende alle titels van buiten. Nu heb ik twee prachtige stalen boekenrekken voor honderden boeken, met zo weinig mogelijk verloren ruimte, want de stalen platen zijn gemaakt op de doorsnee romanafmetingen. Als de boeken echt groot zijn, kan ik ze nog horizontaal op elkaar leggen. De rekken zijn gemaakt door mijn schoonvader, een man met gouden handen. En het mooiste is de buiging erin, alsof de wand rond is. -
PREMIUMCOLUMN JAN VANTOORTELBOOM
In de tweede helft van mijn twintiger jaren bleek ik ook bezig met zingeving
Slechts een handvol weken voordat het coronavirus de media terroriseerde, las ik een artikel in een krant over de wanhopige zoektocht van mensen naar geluk en over psychiaters die heden ten dage supersterren zijn, maar ook overwerkt omdat de mensen er voor elke zucht naartoe sprinten. Woorden zoals piekbeleving en gelukseconomie kleefden aan mijn ogen. In datzelfde artikel hebben een aantal bekende psychiaters het over eenzaamheid bij jongeren door gebrek aan zingeving en dat die zingeving vooral te vinden is in De Ander en dat we dus wat ‘zitvlees’ in relaties moeten kweken en ‘niet bij het eerste zuchtje tegenwind moeten afhaken’. -
PREMIUMcolumn jan vantoortelboom
Ook dat is Zeeuws-Vlaanderen
Mist, dikke grijze wolken, somberte, lege velden en slijk in de wind. Ook dat is Zeeuws-Vlaanderen. De ijskoude, immer deinende Westerschelde, de scholeksters, de zilverreigers verspreid over de akkers, de buizerds op de weidepalen en biddende torenvalken, het dorre gras op de dijken en de stuurse gezichten van de mensen. Ook dat is Zeeuws-Vlaanderen.