Jonge Gentenaars verkrachten dronken studente en verspreiden zelf videobeelden: celstraffen met uitstel

In juni 2018 liep een avondje feesten in de Overpoortstraat helemaal verkeerd af voor een studente. Het slachtoffer was samen met een vriendin op stap toen ze gemeenschappelijke vrienden, de twee beklaagden, tegenkwamen in een discotheek in de Overpoortstraat in Gent. Eén van de beklaagden zocht al eerder toenadering. Deze keer liep het echter uit de hand. Die avond werd het meisje verkracht door de S.N. en B.V.. Het slachtoffer was volgens haar advocaat niet in staat om toestemming te geven omdat ze dronken was. Bovendien filmde B.V. het gebeuren en verspreidde hij beelden van de feiten onder vrienden. De daders besmetten de studente met een soa.

In de rechtbank verklaarden beide heren nog dat het slachtoffer haar toestemming gaf, maar de correctionele rechter hechtte weinig geloof aan dat verhaal. Hij gaf S.N. een celstraf van zestien maanden met uitstel en B.V. een celstraf van twintig maanden, eveneens met uitstel. Beide mannen worden ontzet uit hun rechten voor de komende vijf jaar. Het slachtoffer krijgt ook nog een schadevergoeding van circa 7.500 euro.

In zijn vonnis benadrukt de rechter dat het om zeer zware feiten gaat. Het getuigt volgens de rechter dat er bij de daders een “ernstig verstoord waarden- en normbesef” is, met gebrek aan respect voor het slachtoffer. “Ze hebben flagrant misbruik gemaakt van de situatie, door haar op slinkse wijze te verkrachten”, aldus de rechter. In het vonnis staat ook dat het slachtoffer door haar dronken toestand niet de mogelijkheid had om toestemming te geven. De rechter voegt er ook aan toe dat de tweede beklaagde de verkrachting filmde zonder medeweten van het slachtoffer en dat zo’n daden niet te onderschatten zijn.

Anderzijds zegt de rechter ook dat de twee beklaagden jong zijn, een blanco strafblad hebben en alletwee een job hebben bij de post. “De rechtbank houdt rekening met de specifieke context waarin de feiten zich hebben voorgedaan, de onbezonnenheid en de verkeerde ingesteldheid die blijkt in hoofde van de eerste en tweede beklaagde, maar het gaat niet om een criminele ingesteldheid. Dat heeft geen invloed op de schuldvraag, maar moet wel in rekening worden gebracht bij de schuldtoemeting”, aldus de rechter.