Voormalige zaakvoerders van populaire zomerbar schuldig aan sociale inbreuken, maar rechter legt hen geen straf op

Beide mannen baatten vanaf april 2018 de populaire zomerbar DOK 54 uit in Brugge. M.R. was een jaar later ook betrokken bij de organisatie van een eerste streetfoodfestival in Blankenberge. Bij een reguliere controle van de inspectie op 8 september 2019 verklaarde de dertiger dat zijn personeel aan het werk was voor een bepaalde vennootschap, maar dat bleek niet te kloppen. “In werkelijkheid bleken zij in dienst te zijn van DOK 54”, vertelde arbeidsauditeur Jeroen Lorré. “Het ging dus om praktijken van verboden terbeschikkingstelling, waarbij DOK 54 dienst deed als een soort uitzendkantoor.”

Na de controle vroegen de inspecteurs bij M.R. de nodige loondocumenten op, maar die kon de man niet voorleggen. “In totaal vonden drie controlemomenten plaats, maar de documenten in kwestie werden nooit overgemaakt door beide beklaagden. Wij vervolgen hen dan ook voor belemmering van het toezicht.”

M.R. en A.S. riskeerden voor de sociale inbreuken elk 307.200 euro boete te moeten betalen. Volgens de advocaat van M.R. werden in 2019 verkeerde beslissingen genomen, waardoor DOK 54 financiële problemen kreeg. “De zaakvoerders wilden geen beroep meer doen op een sociaal bureau en daar is alles mee begonnen”, pleitte hij. “Ze hadden zelf onvoldoende kennis, kwamen in contact met een zelfverklaarde manager en werden dan nog eens geconfronteerd met een plotse sluiting door de stad Brugge door problemen met de brandveiligheid. Op dat streetfoodfestival stelde mijn cliënt daags voor de start vast dat de dimona-melding van zijn personeel niet lukte. Hij besliste als tijdelijke oplossing om personeel van DOK 54 in te schrijven bij het andere vennootschap.” Volgens de raadsman van M.R. werd intussen alles geregulariseerd. Hij vroeg dan ook de opschorting van straf.

De relatie tussen A.S. en M.R. is intussen verzuurd. A.S. wist naar eigen zeggen niets af van de administratieve gang van zaken. “Hij was metaalbewerker van opleiding en zou zich enkel bezighouden met het opstellen van de zaak”, pleitte zijn advocaat. “Met dat streetfoodfestival had mijn cliënt al helemaal niets te maken. Het was zijn zakenpartner die misbruik maakte van hun vennootschap om de nodige dimona-aangiftes te doen. Wij vragen de vrijspraak voor de onrechtmatige tewerkstelling en de belemmering van het toezicht. Voor de andere inbreuken met betrekking tot het papierwerk dringen we aan op de gunst van de opschorting van straf.”

De rechter sprak A.S. woensdagmorgen inderdaad vrij voor het belemmeren van toezicht, de onrechtmatige tewerkstelling op het streetfoodfestival en inbreuken op de dimona-wetgeving. De man werd wél veroordeeld voor het niet-opstellen van de individuele rekeningen van liefst 61 werknemers, waarop hun prestaties vermeld moeten staan. Ook M.R. werd schuldig bevonden aan die tenlastelegging en werd ook veroordeeld voor het belemmeren van toezicht en de onrechtmatige tewerkstelling. Voor de vermeende problemen met dimona-aangiftes werd hij vrijgesproken. “Uit het dossier blijkt dat de beklaagde zich de personeelsadministratie aantrok, zodat hij de strafrechtelijke verantwoordelijkheid draagt”, oordeelde de rechter. Door het gunstig strafverleden van de beklaagden besliste hij hen de gunst van de opschorting van straf te geven.

De vennootschap achter DOK 54 werd in december 2019 intussen ontbonden. De huidige uitbaters willen benadrukken dat zij niets met de rechtszaak te maken hebben en met een schone lei herbegonnen zijn onder de naam DOK Brugge.