Advocaat en Vlaams-nationalist Walter Vanbeylen overleden

Walter Vanbeylen, geboren in Uitkerke, behaalde op 13 juli 1951 zijn rechtendiploma aan de Gentse Rijksuniversiteit en liep vanaf oktober 1951 stage aan de Brugse balie bij patron meester Floré, één van de bekendste Brugse pleiters. In december 1954 werd hij ingeschreven op de “tableau” van advocaten. Dat bleef tot 18 mei 2022, een uitzonderlijk lange periode (meer dan 65 jaar lang!). Walter pleitte hoofdzakelijk geschillen in burgerlijk recht, verkeerszaken en bouwbetwistingen.

Als jongste lid ooit werd Walter verkozen tot lid van de Orde van Advocaten en dat bleef hij tot op hoge leeftijd. Hij werd ook aangesteld tot plaatsvervangend rechter van de Rechtbank van Eerste Aanleg en was vele jaren voorzitter van de pro deo’s, een functie die hij ook pro deo uitoefende. In 2012 werd naar aanleiding van zijn diamanten beroepsjubileum de prijs ‘Meester Walter Vanbeylen’ ingesteld, bestemd voor het beste aan de balie van West-Vlaanderen opgestelde pro deo-document.

Meester Vanbeylen was een overtuigd Vlaams-nationalist. Jarenlang was hij de steun en toeverlaat van zijn zus Magda, die voorzitter was van de Brugse afdeling van de Vlaamse Oud-strijdersbond (VOS), vandaag omgevormd tot de Vlaamse Vredesbeweging. Hij was ook betrokken bij de oprichting van de vzw Stichting Witteryck, de sociaal-culturele vereniging die in 1979 in de schoot van Het Vlaamse Kruis in opdracht van Helena Witteryck werd opgericht om haar imposant legaat te beheren. Walter beheerde de penningen. Een deel van het legaat dat Helena Witteryck wordt nu door de Brugse VOS-afdeling/Vlaamse Vredesbeweging aangewend voor de instandhouding van de AVVK-heldenhuldezerkjes op de Brugse begraafplaatsen.

Hij volgde van nabij de activiteiten van het Brugse 11 juli-comité en ontbrak op geen enkele Guldensporenviering. “We zullen aan deze bijzondere en inspirerende Vlaming hulde brengen tijdens de academische zitting op 10 juli in de gotische zaal op zaterdagavond 10 juli”, laat voorzitter Pol Van Den Driessche nog weten.