Bredase horecaman schrijft open brief aan Rutte: ‘In januari ga ik open, ik móet wel’

Van de Voort runt drie horecabedrijven en is al een paar keer naar de bank geweest om uitstel van aflossing te vragen. De 35-jarige ondernemer lijdt al geruime tijd zware verliezen en zag zich eerder al met zwaar gemoed gedwongen personeel te ontslaan.

Onder het motto #openmaareerlijk schrijft de Bredanaar openhartig aan Rutte. Dat hij sinds jaar en dag VVD stemt, maar zich nu in de steek gelaten voelt. ,,Tot je nek in de schulden zitten, geen uitweg meer zien. Alleen, we verbloemen het nog", bekent Van de Voort. Hij stelt voorop dat hij geen viroloog is, dat corona nu eenmaal bestreden moet worden en dat velen narigheid ondervinden. 

Ook ondernemers die willen en weten risico nemen en hard werken om goed te verdienen en daarbij onzekerheid op de koop toe nemen. 

,,Dat is ondernemen. Niet erg, daar heb ik voor gekozen. Ik krijg er enorm veel plezier voor terug en kan proberen mijn dromen na te leven. Op dit moment geven vele ondernemers in verschillende branches al hun reserves en spaarpotjes op aan hun onderneming en hun levenswerk. Sommigen zijn er al aan onder doorgegaan. Technisch zijn we (bijna) allemaal failliet.”

In zeven jaar tijd bouwde Van de Voort in Breda horecabedrijven op. Na carnaval, vlak voor de lockdown, werd een van die zaken nog compleet verbouwd.  Maar alle horeca ging op slot, Van de Voort ging van veertien naar vijf fulltimers en zag zijn financiële reserves verdwijnen. 

Hij ging eten bezorgen, bedacht andere concepten en opende webshops. De zomer verzachtte tot de volgende coronagolf het horecaleed, maar uiteindelijk ging het toch weer fout. Desondanks ontwikkelde hij met vier andere ondernemers en steun van investeerders nog een plan om een oude discotheek in het Bredase centrum om te toveren tot comedy club annex live music-bar: Holy Moly!

Maar er komt geen financiële compensatie meer voor deze branche en de horeca blijft vooralsnog tot minimaal half januari verplicht dicht. Van de Voort vreest dat het nog langer gaat duren en dat hij volgend jaar definitief een of meer tenten kan sluiten. 

Dus schrijft hij 'beste Mark’: ,,Nu zijn wij alweer zes weken dicht, maar we kunnen wel met 2.000 man naar de Ikea en staan in lange rijen te wachten bij de Efteling en outletstores. Een de winkelstraten zijn overvol. Hoe kun je dit aan al deze horecaondernemers verkopen?”

De Bredanaar vraagt het Rutte op de man af: ,,Hoe kun je ons nu al vanaf maart laten lijden en ons laten bloeden. Wij kunnen niet meer!”

Na een opsomming van kosten en vooral tekorten komt Van de Voort tot de conclusie dat het zo niet verder kan. Dat zijn bedrijven in waarde zijn gehalveerd, dat er geen geen geld meer is. Dat hij er ooit met hard werken wel weer bovenop zal komen, maar dat hij niet kan leven met een onrechtvaardige behandeling.

 ,,Dus meneer Rutte: ik ga open! En dat doe ik veilig. Mondkapjes, 1,5 meter afstand, spatschermen en ik heb zelfs een investering gedaan in lampen met UV-C technologie waardoor 99.9 % van alle bacteriën en schimmels wordt verwijderd.”

,,Ik laat me niet naar de slachtbank leiden. Ik zal open gaan en wel op 17 januari zoals Koninklijke Horeca Nederland dat vraagt. Maar het liefst al op 2 januari, as andere ondernemers meedoen. Als ze mijn zaak dichttimmeren dan breek ik het weer open. Ik heb niets meer te verliezen.”