Ook GroenLinks is kritisch over het voorstel. Waarbij vanuit de coalitie van VVD, D66 en PvdA vooral klinkt dat nog niets vaststaat. Dat het erom gaat dat er ‘slechts’ adviezen en bedenkingen worden ingewonnen, over reservelocaties die al jaren geleden genoemd zijn. De stad zoekt 40 tot 60 hectare aan bedrijfsterreinen en mag, zoals VVD’er John Michielsen het noemde, ‘niet verlamd raken’. 

Toch vindt de oppositie dat het nu aanwijzen van deze locaties nu niet aan de orde moet zijn. Later dit jaar staat de Omgevingsvisie op de rol, in dat stuk waarin onder meer de toekomst van de ruimtelijke invulling van de stad staat beschreven, horen mogelijke bedrijvenlocaties en de discussie daarover thuis, stellen SP en CDA.

Michel Verschuren (SP) vindt dat het voorstel ‘rammelt’. ,,Dit is onwenselijk”, zei hij over de ‘versnelling’, met oog ook op een dorpsvisie die in Bavel nog in de maak is. En hoe zit het met herstructurering van bedrijvenparken, met leegstand, met strengere stikstofnormen, vroeg hij zich af. 

Terwijl Verschuren ook vreest voor verdozing. Breng eerst in beeld wat in Breda nodig is aan bedrijven, stelde hij. Ook Marc van Oosterbosch (CDA) legt zich niet bij de ‘versnelling’ neer. Door corona is er volgens hem veel veranderd, maatschappelijk en economisch. Wat is de behoefte aan bedrijven, is er al een gesprek geweest met de omgeving, hoe zit het met de participatie, vroeg hij zich af. 

Volgende week gaat het debat de laatste ronde in, met reacties van meer partijen en de wethouders. Eerder waren er insprekers uit Bavel en Breda-Zuidwest die mordicus tegen de beoogde bedrijvenlocaties zijn.