Baggeren in Dinteloord: stinkend slib opvissen van de waterbodem

Bij het baggeren wordt de bodem van sloten, beken en rivieren slibvrij gemaakt. Slib ontstaat geleidelijk doordat plantenresten, kleideeltjes en zwerfvuil samenklonteren op de waterbodem. Het gevolg: de sloot of beek wordt minder diep met zelfs kans op overstroming. Een dikke sliblaag verlaagt bovendien het zuurstofgehalte in het water. Dat is slecht voor planten en dieren.

Volgens Den Braber moet er gemiddeld eens in de acht jaar gebaggerd worden. Het waterschap gaat in Dinteloord in ieder geval Spui onder handen nemen. Dat water loopt langs de Molendijk en Galgendijk. Verder gaat het om waterlopen ter hoogte van de Molenlaan en de Prins Willem-Alexanderstraat.

Het waterschap heeft letterlijk de nodige ruimte nodig om te kunnen baggeren. Daarom worden de randen van de waterlopen gemaaid en worden zo nodig bomen en planten gesnoeid. Voor het baggeren zelf wordt een schuifboot ingezet. Die duwt het slib als het ware naar een plek waar het goedje door middel van een kraan uit het water wordt getild en vervolgens in vrachtwagens geladen wordt. Het wordt afgevoerd naar erkende verwerkingslocaties.

Bij het werk worden afzettingen geplaatst voor een veilige verkeerssituatie en om nieuwsgierigen op enige afstand te houden. Omwonenden kunnen enkele uren of dagen last hebben van lawaai en stank door het naar boven halen van de sliblaag. Het werk wordt uitgevoerd tussen 07.00 en 18.00 uur, dus 's avonds zijn inwoners gevrijwaard van hinder door wegafzettingen.

Den Braber heeft niet de verwachting dat er tijdens het baggeren verrassende vondsten van de bodem worden gevist. Het waterschap stuitte vorig jaar bij werkzaamheden elders nog op explosieven uit de oorlog.

In de loop van maart moet de klus geklaard zijn in Dinteloord.